fotografieElsZweerink

recensies
voorpubliciteit
De Telegraaf 28 februari 2013
Heerlijke zwarte komedie van Maria Goos

'De hulp' is terug

■ TONEEL
Het afgelopen weekend ging de gloednieuwe tv-scrie Volgens Robert van start. Deze comedy over een huisarts met een midlifecrisis is geschreven door Maria Goos. Of het een succes gaat worden, moet nog blijken. Wat wel al z'n bestaansrecht heeft bewezen, is haar toneelstuk De hulp. Een absolute must see die nu weer even terug is in het theater.

De schrijfster brengt in De hulp twee totaal verschillende mannen uit twee totaal verschillende milieus bij elkaar. Een groter contrast is er niet mogelijk: dit is arm versus rijk, gevoel versus verstand en religie versus wetenschap. Een oordeel over deze heren lijkt snel geveld, maar Goos heeft uiteraard nog de nodige kwinkslagen in petto. En zo kan het gebeuren dat het leven van de succesvolle, doch scrupuleuze jonge bankier Arnoud binnen 24 uur volledig op z'n kop komt te staan. Hij verliest niet alleen zijn baan, maar ook zijn vrouw en kinderen gaan er vandoor. Geveld door een acute hernia blijft hij hulpeloos achter in het grote huis. Lucas, de huishoudelijke hulp uit Polen, is de enige die hem kan en wil verzorgen. Maar in de belevingswereld van Arnoud is er niemand die ooit onbaatzuchtig iets voor een ander doet, toch?

Deze heerlijke voorstelling, die een eigenzinnige kijk op de crisis biedt, heeft wel iets weg van een komische whodunit. In een reconstructie probeert Arnoud uit te vogelen hoe het zo ver is gekomen dat hij Lucas een bedrag van veertigduizend euro heeft toegezegd. Acteurs Wouter de Jong (Arnoud) en Sieger Sloot (Lucas) zijn zeer aan elkaar gewaagd en spelen hun rollen losjes en vermakelijk. De toon van De hulp is lichtvoetig, maar er schrijnt voortdurend van alles onder het oppervlak. Het is Maria Goos, die overigens ook voor de vlotte regie tekende, opnieuw gelukt een fijne, zwarte komedie uit haar pen te laten vloeien.

'De hulp'staat morgenavond in C.C. De Culturele Cirkel in Heemskerk. Tournee t/m 13 april langs diverse theaters.
14 november 2011 Trouw

Liever ‘De Hulp’ in theater dan ‘Bang’ in raadszaal

door Hanny Alkema

(…) Geef mij dan maar 'De hulp', een stuk van Maria Goos, waarin een onverwacht treffen tussen een geslaagde bankier en een Poolse hulp in de huishouding zorgt voor een bijzondere kijk op de wereld van het geld. 'De Hulp' wordt gepresenteerd als een reconstructie, voor publiek én personages zelf, van hoe een ongelijkwaardige relatie in een welhaast belangenloze dreigde te raken. Met vaart en prettig zwarte humor sleuren Goos, de gedreven bankier van Michiel de Jong en de verrukkelijke Pool van Sieger Slootje naar de navrante notie hoezeer elk handelen gestuurd wordt door eigenbelang. Dat is de lach even wegslikken, zoals dat behoort in een ware black comedy. De financiële crisis krijgt hier meer gezicht dan de sores van de burger in de raadszaal.
11 november 2011 De Telegraaf

Maria Goos scoort met ‘De Hulp’

door Esther Kleuver

Dat er in vierentwintig uur veel kan veranderen, daar komt de succesvolle, doch scrupuleuze jonge bankier Arnoud op confronterende wijze achter. Hij verliest niet alleen zijn baan, maar ook zijn vrouw en kinderen. Geveld door een acute hernia blijft hij hulpeloos achter. Lucas, de huishoudelijke hulp, is de enige die hem kan en wil verzorgen.

Maar in de belevingswereld van Arnoud is er niemand die ooit iets onbaatzuchtig voor een ander doet, toch? Toneelschrijfster Maria Goos brengt in De Hulp twee totaal verschillende mannen uit twee totaal verschillende werelden bij elkaar. Een groter contrast is er niet mogelijk; dit is arm versus rijk, gevoel versus verstand en religie versus wetenschap. Een oordeel over deze heren lijkt snel geveld, maar de schrijfster heeft de nodigje kwinkslagen in petto.

Zwarte komedie
Deze heerlijke voorstelling heeft wel iets weg van een komische whodunit. In een reconstructie probeert Arnoud uit te vogelen hoe het zo ver is gekomen dat hij Lucas een bedrag van veertigduizend euro heeft toegezegd. Acteurs Wouter de Jong (Arnoud) en Sieger Sloot (Lucas) zijn zeer aan elkaar gewaagd en spelen hun rollen losjes en vermakelijk. De toon van De Hulp is lichtvoetig, maar er schrijnt voortdurend van alles onder het oppervlak. Het is Maria Goos, die overigens ook voor de vlotte regie tekende, opnieuw gelukt een fijne, zwarte komedie uit haar pen te laten vloeien.
8 november 2011 Het Parool

Workaholic met hernia en zijn allochtone hulp

door Joukje Akveld

Soms zit het tegen. Binnen 24 uur wordt investment banker Arnoud op non-actief gesteld, gaan zijn vrouw en dochters bij hem weg en sodemietert hij over een emmer in een donkere hal. Gevolg: een fikse hernia. Plat moet hij, drie maanden, zonder zijn Conny om voor hem te zorgen.

De enige die hem rest is Lucas, de Afrikaanse hulp die sinds negen jaar het huishouden bestiert, tevens schuldig aan het plaatsen van de vermaledijde emmer. Voor de zeventig uur per week werkende Arnoud is hij een volslagen onbekende. Nu zitten de mannen met elkaar opgescheept in het grote lege huis met zwembad en 'schijtknol', die nu en dan voorbijgaloppeert.

Maria Goos schreef en regisseerde een nieuwe theatertekst en dat is Amsterdam niet ontgaan: de lunch-voorstelling De hulp in Bellevue was in een mum van tijd uitverkocht. Inmiddels zijn er voorstellingen bijgeboekt en gelukkig volgt er nog een landelijke tournee met avondvoorstellingen.

Gelukkig ja, want deze nieuwe Goos is bijzonder geslaagd. Met de acteurs Michiel de Jong (Arnoud) en Sieger Sloot (Lucas) sprak ze met bankiers en illegale schoonmakers om zich voor het stuk te documenteren. Die consciëntieuze voorbereiding schemert door in de scherpzinnige dialogen en het nauwgezette spel: met z'n Ogermaatpak, arrogantie en bankiersjargon is De Jong de vleesgeworden, bekrompen workaholic; Sloot zet daar met zijn onderdanigheid en consequent volgehouden accent een levensechte allochtone hulp tegenover.

Rond een kingsize bank speelt het tweetal een reconstructie van de afgelopen weken. Arnoud heeft Lucas namelijk veertigduizend euro beloofd, nu wil hij achterhalen of hij niet ergens is ingestonken. Deze vorm geeft de mannen de gelegenheid in en uit hun rol te stappen en biedt Sloot bovendien de kans te gloriëren in enkele rake dubbelrollen: Arnouds bekakte echtgenote, hun verveelde dochters.

Het stuk zit vol goed getimede geestigheden, maar intussen gaat het ook ergens over: is er vriendschap mogelijk tussen twee mensen uit zulke verschillende lagen van de maatschappij? Het mooie is dat Goos je langzaam laat geloven van wel - hun verbondenheid bestaat eruit dat geen van hen door hun eigen familie wordt gemist - om die veronderstelling even ingenieus weer onderuit te trappen. Wie een kaartje heeft, die boft.
8 november 2011 De Volkskrant

Huishoudelijke hulp met accent en botte bankier spelen spannend spel

door Karin Veraart

Hij komt uit een derdewereldland en spreekt met een zwaar accent, Lucas. 'Loekas', zo stelt hij zich voor. Niet moeilijk te onthouden: lijkt op koelkast. Maar zijn baas Arnoud zou het zo kunnen vergeten. Arnoud is niet zoveel met andere mensen bezig. Hij is bankier. Lucas is de hulp in de huishouding.

Hoeveel weten mensen over hun hulp in de huishouding? En andersom? Hoe ingewikkeld ligt die verhouding? Kan er sprake zijn van evenwicht? Is er vriendschap mogelijk?

Het zijn zo van die kwesties die iedereen zich in een vergelijkbare situatie weleens heeft afgevraagd, en die Maria Goos nu opwerpt in haar nieuwste toneelstuk, dat ze ook zelf regisseert: De Hulp.

Het stuk is gebaseerd op gesprekken die zij en acteurs Sieger Sloot (Lucas) en Michiel de Jong (Arnoud) voerden met illegale hulpen en bankiers. Zo heeft De Hulp iets heel herkenbaar ongemakkelijks. Maar tegelijkertijd ook iets vreemds, iets letterlijk onwerkelijks. Precies de goede elementen voor een onderhoudende lunchvoorstelling, waarin ook prima wordt geacteerd.

Het accent van Lucas doet aanvankelijk wat overtrokken aan, totdat blijkt dat het personage er ook mee speelt. Hij is zo op het oog een zachtmoedige vent die niet eens zoveel wist van Arnoud, maar des te meer van diens vrouw en dochters. Als de bankier wordt ontslagen, zijn vrouw hem verlaat en hij getroffen wordt door een acute hernia, zijn de twee mannen tot elkaar veroordeeld.

Lucas spreekt zijn baas aan met Arnoudje - komt door zijn accent, maar het heeft tegelijkertijd iets neerbuigends. Grappig, maar ook op het randje van gevaarlijk. Arnoud is in eerste aanleg een botte bankier (De Jong heeft precies de goede, akelige lachjes en het jargon), maar raakt gaandeweg toch wel in de ban van zijn hulp - niet in de laatste plaats omdat die hem fijne pijnstillers toedient. Lucas is in eigen land namelijk apotheker.

Beiden zijn zich er op een heel eigen manier van bewust in zekere zin een spel te spelen, waarbij ze ervoor moeten waken bepaalde grenzen te overschrijden. Of dat lukt, en hoe dan, blijft tot op het laatst spannend.
7 november 2011 NRC Handelsblad

Koortsachtig ‘De Hulp’ heeft tragische ondertoon

Door Kester Freriks

Een groot videoscherm met zenuwachtig telefonerende beursmannen vormt de achtergrond van De Hulp, het nieuwe stuk van Maria Goos. Een wit bankstel lijkt een eiland van rust: twee mannen zijn verwikkeld in een mooie vriendschap. Althans, op het eerste gezicht. Het zijn de geslaagde bankier Arnoud en zijn Poolse hulp in de huishouding Lucas. Het stuk opent met een veelzeggende metafoor over het verlangen naar een „andere werkelijkheid” dat weliswaar een poëtisch verlangen is, maar niet strookt met het harde geldwezen. De bankier spreekt de toeschouwers rechtstreeks aan: „Ik als bankier heb uitsluitend interesse in één werkelijkheid, die van het geld.”

Goos schetst scherpzinnig de honger naar geld. Bankier Michiel de Jong belooft Lucas, een inventieve rol van Sieger Sloot, een kapitaal om in zijn vaderland een apotheek te beginnen. Hoewel De Hulp de toon heeft van een comedy, zorgt de thematiek van afhankelijkheid van het individu in tijden van kapitalisme voor een tragische ondertoon.

Dankzij telkens verrassende verwikkelingen heeft De Hulp een koortsachtige vaart, die hoort bij een over de kop geslagen financiële wereld. Zodra vriendschap en vertrouwen gloren, maakt de tiran die geld heet alles kapot. De hulp die Lucas biedt is puur en immaterieel; de hulp die Arnoud biedt getuigt van niets anders dan bedrog.
5 november 2011 NRC Handelsblad

De bankwereld als fascistoïde sekte op zwarte schoenen

Door Herien Wensink

Spijt, daar heeft ze niets van gemerkt. Voor haar nieuwe toneelstuk De Hulp, over de bankencrisis, sprak Maria Goos bijna wekelijks met verschillende oud-bankiers. Over dubieuze financiële constructies en hoe die over de kop konden gaan. Maar vooral ook over de cultuur in de bankenwereld: de regels, de mores, die ons mede in deze economische crisis hebben gestort. „Er was er één die zei: het bankwezen is een fascistoïde systeem. Dat kwam nog het dichtst bij zelfkritiek.”

Dertien jaar na Oud Geld, de televisieserie die haar naam vestigde, is Maria Goos terug in de bankenwereld. „Oud Geld luidde het einde in van een tijdperk. De overname van Bussink Bank door Koreanen was de prelude voor wat we nu op grote schaal zien. Met het alsmaar groter worden van banken verdwijnt de persoonlijke betrokkenheid van bankiers en dus hun verantwoordelijkheidsgevoel. Splinter Bussink had in Oud Geld nog echt een relatie met zijn klanten. Dat hebben bankiers nu niet meer, liever niet zelfs. Een van de oud-bankiers zei: „De klanten frustreren het systeem.”

De Hulp gaat over bankier Arnoud (Michiel de Jong), die achtereenvolgens wordt ontslagen, verlaten door zijn vrouw en geveld door een hernia. Zijn Poolse huishoudhulp Lucas (Sieger Sloot) ontfermt zich over hem. Tot Arnouds herstel wonen ze drie maanden samen in zijn kapitale villa. Tussen hen ontstaat een moeizame band van affectie enerzijds, en cultuurverschil, taalbarrière, misverstand en machtsstrijd anderzijds.

Het verrassende duo is het gevolg van de particuliere fascinaties van respectievelijk Goos en haar acteurs. Waar Sloot en De Jong zich druk maakten over de crisis, kwam Goos steeds met een nieuw, hilarisch verhaal over haar huishoudster. Toen viel het kwartje: wat zou er gebeuren als zo’n bankier, die nu werkeloos thuis zit, te maken krijgt met de hulp die in zijn huis rondloopt?

In De Hulp domineert eerst het contrast tussen de twee: tussen oost en west, emotie en ratio, geloof en scepsis. Maar uiteindelijk blijken ze niet zo verschillend. Goos: „Je kent de verhalen van hulpen die terug naar huis willen, maar de familie wil dat niet, want die is op het geld gaan rekenen. Later hoorde ik dat negen van de tien bankiersvrouwen meteen de scheiding aanvragen als hun man wordt ontslagen. Want als zijn ontslag definitief is, krijgen ze minder geld. Toen dacht ik, god, ze zitten elk in hun milieu op eenzelfde manier klem.”

Dat willen de drie met De Hulp laten zien: hebzucht is overal. „Hoewel sommige bankiers wel echt elke morele grens hebben overschreden”, aldus De Jong. Zijn personage zegt het zo: ‘Je gaf opdracht om geld van mensen die jou vertrouwden te investeren in dingen waar ze grote risico’s mee liepen.’

Die tekst komt letterlijk van een oud-bankier. Welke bank, dat mogen ze niet zeggen.

Goos: „Het is een heel gesloten systeem. Wie kritisch is of uit de school klapt, wordt als verrader gezien. De mensen die ons gevoelige informatie onthulden, wilden dan ook niet met hun naam op de flyer.”

Uit de gesprekken destilleerden de acteurs cruciale details: hoe praten dit soort mannen, hoe kleden ze zich, wat gebeurt er op bedrijfsuitjes? De Jong: „Er zijn bizarre codes, alleen al qua kleding. Een kennis van me die ging werken in de Londense City werd op zijn eerste dag meteen weer naar huis gestuurd, omdat hij bruine schoenen droeg. Schoenen van 1.200 pond, die hij speciaal had gekocht! Maar het moest zwart zijn. ‘No brown in this town, bro’, werd er gezegd. Kom morgen maar terug. Pure intimidatie. En zo zijn er honderden voorbeelden.”

Hij heeft niet meer begrip gekregen voor mannen zoals Arnoud. „Eerder minder: hoe meer je erover weet, des te erger het blijkt. Zij hebben moedwillig mensen kapot gemaakt. En na 2008 hebben ze beterschap beloofd, zich omgedraaid, en het spelletje opnieuw gespeeld, nu in het kwadraat. Schandalig.”

Begrip, dat gaat ook Goos te ver, maar ze zegt dat ze het wereldje en de druk die ervan uitgaat wel beter snapt. „Een eye-opener was dat de mechanismen die het machogedrag, de competitie en de scoringsdrift voeden, door de top bewust worden toegepast. Ze nemen geen of weinig vrouwen aan, omdat ze weten dat een heleboel mannen bij elkaar tot precies die verkokerde, monomane cultuur leidt die ze nodig hebben. Daarbij wordt voortdurend de competitie gestimuleerd. Op bedrijfsuitjes is er altijd iets te winnen voor de afdeling die het meeste geld binnenhaalt. Zo stoken ze de boel op.”

Ook de bizarre voorschriften en codes zijn er expres, denkt Goos. „Om mee te kunnen doen, moet je je aan het systeem onderwerpen. Maar als je dat eenmaal hebt gedaan, kun je haast niet meer terug. Deze mannen leveren hun individualiteit in. Daar krijgen ze aanzien en een heleboel geld voor terug. Maar als ze worden ontslagen blijft er niet veel meer van ze over dan een treurende kanariepiet op de bank. Ook dat verklaart de vele echtscheidingen.”

De Hulp is het eerste Nederlandse toneelstuk over de financiële crisis. In het voorjaar volgen De Prooi bij het Nationale Toneel en Ik wil mijn geld terug! van de Veenfabriek. Maria Goos en haar acteurs zijn al sinds 2008 met het onderwerp bezig. Ze constateren grimmig dat ze het tij mee hebben, nu de crisis ernstiger en langduriger blijkt dan verwacht. Dat noodt tot actie, en wel in het hol van de leeuw: ze willen dit stuk ook bij bankiers thuis spelen. Via-via is één avond geregeld, bij een bankier die vijftig andere uitnodigt. Sloot: „Wij hopen dat zij ons vervolgens ook boeken. Maar of ze in hun eigen huis met niet-bankiers openhartig hun wereld willen bespreken, is zeer de vraag.” De Jong: „Dat willen wij: vragen opwerpen in een wereld waar die niet worden gesteld.”