Screenshot cccp
interview uit de VPRO-Gids van 1 oktober 2021

'Mijn moeder zit in mij'



door Inge ter Schure

fotografie: CCCP

In de serie Smoeder praat scenarioschrijver Maria Goos met vrouwen over de band met hun vader of moeder. Na de interviews kruipen Goos en acteur Marcel Musters in de huid van hun eigen moeders om op de gesprekken te reageren. 'Mensen zijn vaak boos op hun ouders.'

We hebben het keurig afgesproken: een Zoom-meeting met Maria Goos en Marcel Musters, elf uur 's ochtends, kopje koffie erbij, om te praten over moeders. Het interview loopt meteen al anders dan gepland doordat de internetverbinding van Musters, die in een huisje op het platteland zit, het begeeft. Dus passen we ons aan en hakken we het interview in tweeën. Het past wel bij de huidige levensfase van de twee zestigers. Na zich jarenlang over de kop te hebben gewerkt, gooien ze het roer om en vegen ze hun agenda's leeg. Ze willen zich bevrijden uit het keurslijf van verplichtingen en afspraken. 'Ik wil geen dingen meer doen "die er nu eenmaal bij horen",' vertelt Musters. 'Dat je om elf uur klaar moet zitten voor een interview, daar heb ik eigenlijk al geen zin in. Ik doe het nu wel hoor, omdat ik graag praat over wat we gemaakt hebben.'
Wat ze gemaakt hebben, is de vierdelige interviewreeks Smoeder. 'Ik ben naar Loes Luca, Hedy d'Ancona en Meral Polat gegaan om te praten over hun moeder of vader,' vertelt Goos. 'Gesprekken zonder poespas die recht doen aan wie iemand is.' Goos en Musters kruipen vervolgens in de huid van hun eigen moeders, Rietje en Thea. 'Zij kijken mee met de levens van de gasten en reageren daarop vanuit hun eigen perspectief,' vertelt Goos. Het idee om Thea en Rietje een rol te geven komt voort uit Smoeder-15 jaar later; het vervolg op de theatervoorstelling Smoeder, die Goos en Musters samen maakten in 2004. Door corona kon de tournee niet doorgaan en daar kwam het tv-programma voor in de plaats.

Loslaten
De echte Thea en Rietje zijn al jaren overleden. Rietje overleed in 1985, toen Maria Goos net 29 was. Hoe zou Rietje nu kijken naar het leven van haar jongste dochter? 'Met totale verbijstering,' zegt Goos. 'Dat ik een eigen huis heb en al veertig jaar leef van het schrijven, dat was voor haar ondenkbaar. Toen zij overleed was ik een vage hippie die niet wilde deugen. Ik woonde in een kraakpand zonder gas, in de kou, tussen de schimmels. Het was behoorlijk armoedig. Toch heeft ze nooit tegen me gezegd: Maria,je bent al 28 en je hebt nog steeds geen huis. Ze heeft me altijd mijn gang laten gaan.'
De wereld van kraakpanden en het Werklozentheater, waar Goos werkte, was haar moeder volledig onbekend. Toch durfde ze haar dochter los te laten in die nieuwe omgeving. 'Ze heeft een bepaalde kracht in mij gezien. Ik was anders dan mijn broer en zus. Boos. Ik had een grote weerzin tegen middelmatigheid en tegen kiezen voor veiligheid. Ik denk dat mijn moeder heel goed zag hoe ik in eIkaar zat. Aan de andere kant: het had ook fout kunnen gaan. Ik had ook een junk kunnen worden.'
Gelooft ze dat echt, dat ze in de goot had kunnen belanden? 'Ja. Hoewel… Nee, ik denk dat niet echt. Er zijn een paar jaar geweest waarin ik veel dronk en foute criminele vriendjes had. Maar als het erop aankwam, moest ik toch aan mijn moeder denken. Ik kon het haar niet aandoen om de verkeerde kant op te gaan.'
In hoeverre is het een daad van liefde om je kind los te laten in de grote boze buitenwereld? Goos: 'Dat is de grote vraag. Ik heb geen idee. Mijn moeder heeft over haar huwelijk altijd gezegd: ik ben een volger. Mijn vader bepaalde alles. En zij volgde hem. Mijn gevoel zegt dat zij in mij zag dat ik absoluut geen volger ben. En dat ze daarom dat vertrouwen in me had.'

Steungerechtigden
De moeder van Marcel Musters is net als Rietje een Brabantse, maar van een latere generatie. Ze overleed in 2003- Thea had te maken met verslavingen en een slecht huwelijk. 'Mijn moeder was altijd druk, druk, druk,' vertelt Musters. 'Ik heb nog drie broers en mijn vader werkte 's nachts. De zorg voor de kinderen en het huishouden kwam op mijn moeder neer, en zelf had ze ook nog een baan: ze werkte in een pannenkoekenhuis. Soms stond ze 's ochtends om acht uur het avondeten al klaar te maken om haar planning voor die dag rond te krijgen. Ze was altijd aan het organiseren en vooruitkijken.'
De vrouwen die Maria Goos sprak voor Smoeder hebben ieder op hun eigen manier een bijzondere band met hun ouders. Meral Polat kreeg dankzij haar vader de moed om haar grote droom na te jagen. Loes Luca moest verwerken dat haar moeder dement werd; daardoor verloor zij grip op haar moeders leven. En Hedy d'Ancona ziet niet hoeveel zij eigenlijk op haar moeder lijkt. Goos: 'Hedy stond eens met haar moeder in de tram toen iemand denigrerend sprak over "steuntrekkers". De moeder van Hedy riep door de hele wagon: "Steuntrekkers? U zult steungerechtigden bedoelen!" Hedy schaamde zich kapot. Waarop ik tegen haar zei: "Maar dat zou jij ook doen!" Daar was Hedy het absoluut niet mee eens, maar ik weet zeker dat ze het zou doen.'
Waarom is het toch zo fascinerend om te blijven praten over onze ouders? Maria Goos heeft daar wel een antwoord op. 'Omdat ze deel van ons zijn. Mijn moeder zit in mij. In mijn zorgzaamheid, in hoe ik de boel bij elkaar houd. In hoe ik beweeg.' En ook de slechte eigenschappen dragen we mee. 'Je ziet zo vaak dat mensen boos zijn op hun ouders. Als iemand vertelt dat ie het totaal anders wil doen dan zijn ouders ben ik direct gealarmeerd. Kijk eerst eens naar jezelf. Waarin lijkje op je ouders? Wie vecht tegen zijn ouders, vecht tegen zichzelf. Je kunt beter accepteren dat er iets van hen in jou zit en er het beste van maken dan je daar een leven lang tegen verzetten.'

Burn-in
Dat je ervaringen uit je jeugd een leven lang met je meedraagt, ondervinden Marcel Musters en Maria Goos nu aan den lijve. Allebei zijn ze op een punt in hun leven aangekomen waarop ze het roer omgooien en scherpe keuzes maken in wat ze wel en niet doen. Dat bleek ook bij Smoeder. Het was de bedoeling dat Musters zou meegaan naar de interviews. Maar hij besloot dit niet te doen. 'Ik ben aan het herstellen van een burn-out. Ik heb me tien jaar lang over de kop gewerkt. En toen het niet meer ging, ben ik nog tien jaar doorgegaan. Tot mijn lichaam uiteindelijk de grens bepaalde. Ik kon letterlijk geen stap meer zetten. Ik dacht dat ik doodging, had last van mijn hart en longen.'
Toen hij een stap terugdeed, zag hij pas hoe hard hij altijd heeft gewerkt. '35 jaar lang was ik aan het spelen en filmen tegelijkertijd. Altijd zaten er teksten in mijn hoofd om te leren. Ik leefde in het ritme van anderen: een opnameschema op de filmset, de tournee van een voorstelling. Toen ik thuis kwam te zitten, kreeg ik om vier uur 's middags buikpijn. Dat is het tijdstip waarop we normaal gesproken in de tourbus stapten. Zo geconditioneerd was ik.'
Wat zijn werkdrift met zijn moeder te maken heeft? 'Ik heb meegekregen dat je altijd je best moet doen. Doorbijten, ook als je iets eng of stom vindt. Daar heb ik nu geen zin meer in.' Musters heeft het liever niet over een burn-out, maar over een burn-in. 'Een toegangspoort tot een nieuw leven. Met de hond, buiten in de natuur. Ik ga op de achtergrond nieuwe makers ondersteunen en ben met een podcastserie bezig. In mijn eigen tempo.'

Nieuw ritme
Ook Maria Goos is haar agenda aan het leeg-vegen. 'Straks, na dit gesprek, ga ik een grote opdracht afzeggen. Daar heb ik wel hoofdpijn van. Maar ik moet het doen. Ik wil niet meer de verantwoordelijkheid dragen voor hele grote projecten.' Net als bij Marcel Musters vertelt het lichaam van Maria Goos haar dat ze gas terug moet nemen. 'Ik heb last van extreme duizelingen. Ménière heet dat. Dat is heel heftig, alsof ik eIk moment kan neervallen. In 2005 had ik er ook last van. Ik wilde destijds alle kansen pakken die op mijn pad kwamen en niemand teleurstellen. Het is zo vreselijk moeilijk voor mij om een stap terug te zetten. Ik ben ook een beetje verslaafd aan de euforie en de uitdaging.'
Door de gesprekken met Musters ging Goos zich afvragen waarom ze zichzelf voorbijloopt. 'Ik realiseerde me dat het met mijn vader te maken kan hebben. Ik was tien toen hij stierf en heb hem alleen maar invalide gekend. Hij was nierpatiënt, waardoor hij niet kon werken. Daar schaamde hij zich ontzettend voor. Hij voelde zich minder dat anderen. En de buitenwereld, vooral de instanties die hem controleerden, gaf hem ook het gevoel dat hij minderwaardig was. Die schaamte om iets niet te kunnen of iemand teleur te stellen, daar heb ik wel een tik van meegekregen.'
Als we Maria Goos en Marcel Musters over vijf jaar weer opzoeken, leven ze dan nog volgens hun nieuwe ritme of zitten ze weer op de sneltrein? Musters weet zeker dat hij niet zal terugvallen. 'Nee. Ik heb de kicks niet meer nodig.' Goos is minder zeker. 'Ik weet het niet, misschien zit ik toch weer op die trein. Ik vind ook zo veel dingen leuk om te doen. Enthousiasme is mijn grootste vijand.'

Smoeder
► ZONDAG, NPO 2, 23.05-23.40 UUR