fotografieElsZweerink

Actrice Loes Luca speelt haar leven: 'Ik weet inmiddels dat het niet altijd lachen en luid en gedoe hoeft te zijn'

Interview gepubliceerd in de Volkskrant, 28 april 2022

Tekst: Herien Wensink
Al heel haar leven heeft actrice Loes Luca de lach aan haar kont hangen. Het was vriendin en toneelschrijver Maria Goos die zei: het hóéft niet altijd leuk. Ze schreef een stuk voor Luca over haar leven waarin, na zoveel jaren, ook pijn en verdriet er mogen zijn.

Voor Loes Luca (68) waren het vrolijke anekdotes geworden, kleine, vaak geestige inkijkjes in haar jeugd die ze achteloos opdiste. Een moeder van 19, onbedoeld zwanger, een overspelige homoseksuele vader die een charlatan en een fantast was. Ze woonden met z'n drieën in een piepkleine achterkamer bij opoe in armoedig, naoorlogs Rotterdam, waar Luca tot haar 9de jaar op de bank sliep.

Maar haar collega en vriendin Maria Goos (66) spitste keer op keer haar oren: dit waren toch heel aangrijpende verhalen? Hoe kon het dat Luca er zo luchtig over sprak? Het voedde haar nieuwsgierigheid en haar verlangen om ooit een keer een stuk te schrijven voor en over 'de hele Loes: Na twee jaar uitstel door corona is die voorstelling nu een feit. Afgelopen week ging Uit het hoofd in première, in regie van Aat Ceelen en met Loes Luca in de rol van (onder anderen) Loes Luca. Het werken aan de voorstelling was een confronterend, maar ook heilzaam proces, zegt Luca. 'Maria heeft therapeutische gaven.'

Comédienne
Lang viel de Rotterdamse comédienne samen met haar komische rollen: Ja zuster, nee zuster, 't Schaep met de 5 Pooten, talloze hilarische Parade-voorstellingen. Maar de laatste jaren kiest Luca opvallend voor meer ingetogen, diepgravende rollen, zoals in de warmbloedige speelfilm Mi Vida, en de dappere dementieserie Maud & Babs.

De transitie is het gevolg van ouder worden, denkt ze, plus de paar klappen die het leven intussen heeft uitgedeeld, zoals de dood van haar grote liefde en de dementie van haar moeder. De volharding van Maria Goos heeft er zeker ook aan bijgedragen.

De grande dames van het Nederlands theater kennen elkaar ruim dertig jaar. Ze werkten in 1992 voor het eerst samen, met de voorstelling Draaikonten. Goos maakte in 2008 van dichtbij het plotse overlijden mee van Luca's geliefde Harald van der Lubbe. En ze zag dat de vrouw die tot dan toe overal een feestje van maakte, dat niet meer wilde, en niet meer kon. Goos: 'Ze wilde ook niet meer spelen. Omdat spelen voor haar betekende: leuk doen. Maar ik zag ook een nieuwe kant van haar. Ik vond haar zachter, liever worden, ik kon dichterbij komen. En ik dacht: wat als ze dat zou kunnen gebruiken in haar spel?' In 2010 speelde Luca een weliswaar zeer geestige, maar toch ook verrassend melancholieke rol in het door Goos geschreven Doek!.

In 2018 huurden ze samen een appartement in Parijs. Twee weken leefden, kookten, aten ze samen. Luca praatte en Goos schreef. Daar hoorde Goos Luca's hele verhaal. Ja, er is de vrouw die aan de lastige start van haar leven een enorme kracht heeft ontleend. 'Maar aan dat stoere, altijd vrolijke weglachen en doorpakken hangt ook een prijskaartje.'

Een voorbeeld van dat doorpakken: op 23 maart van dit jaar overleed de moeder van Luca, nadat ze achtenhalfjaar aan alzheimer leed. Goos: 'Ze plande de begrafenis op een vrije dag en stond de volgende dag alweer op toneel.'

Loes Luca, nuchter aan een kalfskroketje in een Amsterdams café: 'Ja, ik dacht, nu is terug dat podium op gaan nog een heuveltje, als ik langer wacht wordt het een berg. Laat ik dan dat heuveltje maar nemen.'

Ze praat waarderend en soms verwonderd over hoe Goos haar leven in een toneelstuk heeft gevat. Luca speelt hierin haar vader, haar opoe, zichzelf als baby, als 9-jarige en nu. Het stuk opent met baby Loes, die twee mensen boven haar wieg ziet verschijnen: de vrouw die er ook niets aan kon doen, en de man waar iets mee is. Een belangrijke rol in het stuk is weggelegd voor opoe, haar overgrootmoeder, die zorgde voor veiligheid en stabiliteit. Luca: 'Althans, dat begrijp ik nu pas. Dat heeft Maria voor mij ontdekt. Opoe was mijn veilige haven. Bij haar kon ik niks verkeerd doen; ik kon bij wijze van spreken op haar kop kakken. En omdat zij zo lekker druk met mij was, had ik niet door dat mijn ouders vooral druk met zichzelf waren.'

Toen u 9 was stierf opoe en veranderde dat.

'Toen brak eigenlijk de hel los, en was ik alleen, met twee ouders die vooral heel veel met zichzelf uit te zoeken hadden.'

In die tijd, Luca had eindelijk haar eigen kamer, begon haar vader mannen mee naar huis te nemen. Dan moest Loes buiten spelen of bij haar moeder in bed, want Luuc - hij wilde niet dat ze hem 'papa' noemde - had haar kamer nodig. Haar moeder heeft nooit aan haar dochter laten merken dat ze onder zijn gedrag leed. 'Dat vind ik wel heel goed van haar. Zelf had ik er ook niet zo'n last van. Ik was een echte straatmadelief; altijd buiten.'

Het talent om te zich vermaken erfde ze van haar vader. Hij werkte niet, maar was wel creatief: hij knutselde kaartenhuizen, kon borduren en tapijt knopen. Hij hield graag mensen voor de gek en had een complete act waarin hij zich als invalide voordeed in de tram om een zitplaats te bemachtigen. Hij verzon zijn hele jeugd bij elkaar en gaf zich onder meer uit voor handelaar in antiek.

'Hij was een buitengewoon knappe, charmante man, ik adoreerde hem. En iedereen was dol op hem. Mijn moeder ook. Hij was alleen niet zo lief voor haar, dat heb ik hem later wel verweten. Hij vond haar een tut en ik ging daarin mee. Ze heeft zelfs een geslachtsziekte van hem gekregen, de arme schat. En hij beweerde keihard dat het kwam doordat ze te veel bleekmiddel in de wc had gedaan.'

Bent u nooit kwaad op hem geweest?

'Nee, ik ben van het harmoniemodel. Enig kind, hè? Later nam ik wel iets meer afstand. Hij belde elke nacht dronken op, dus toen heb ik een antwoordapparaat genomen.'

In de voorstelling zit een vrij schokkende passage waarin hij met een touw aan uw bed staat, en zegt: morgen heb je geen vader meer. Is dat echt gebeurd?

Luca lacht. 'Dat soort dingen zei hij zo vaak! Dat werd bijna een grap. Op zeker moment zeiden wij: zullen we het raam maar vast openzetten? Ja, ik zie jou nu denken: oeh, onveilig, maar ik had een paar sterke vrouwen om me heen die veel hebben opgevangen.' Ze denkt even na. 'Ik heb als kind wel een tijdlang gestotterd, dat was natuurlijk niet voor niets.'

Luca's vader overleed in 1993 aan longkanker. Toen hij ziek werd heeft Luca een half jaar voor hem gezorgd. Later maakte ze de voorstelling Leunen over zijn ziekbed, dat met veel drama en theatraliteit gepaard ging. In Uit het hoofd zegt ze het zo: 'Je hebt me niet gegeven wat een vader een kind zou moeten geven. Maar wel iets anders.' Luca: 'Dankzij hem heb ik ontdekt wie en wat ik wilde worden.'

Ook voor haar dementerende moeder nam Luca de zorg op zich. Die zorg duurde uiteindelijk ruim acht jaar. 'Wij waren heel close, mama en ik. Ik heb haar altijd meer beschouwd als een zus, we hebben nog samen opgetreden als zangduo The Petticoats. Nu staat er een zin in het stuk, waar ik elke keer bij volschiet: 'En dan moet de ene Petticoat de andere Petticoat wegstoppen in een tehuis, dat klopt toch niet?"

'Ik voel het nu meteen weer. Want dat wil je niet, je moeder in een tehuis stoppen. Maar het moest. Anders hadden ze mij kunnen opsluiten. Ik ben er veel te lang mee doorgegaan, en daarmee compleet over mijn eigen grenzen gegaan.'

Hoe manifesteerde zich dat?

'Ik werd een enorme zenuwlijder, huilen, huilen, alleen maar huilen. En ik was heel vervelend tegen haar. Werd kwaad, ging schelden. Dat vond ik dan weer heel erg van mezelf. Ik ben ongeduldig en hou graag de regie, en dan krijg je een moeder met dementie. Wat een straf.

'Er kwam een woede in me los die me overviel. Ik was ziedend, op de ziekte, op mijn moeder, omdat ik moest zorgen voor iemand die dat misschien niet zo erg voor mij heeft gedaan. Nee, ik kon die dementie niet goed aan. Toen ben ik voor het eerst in m'n leven naar zo'n praatmevrouw gegaan. Dat hielp een heel klein beetje.'

Wat hielp er dan?

'Nou, gewoon, om bij een wildvreemde ergens een doos met tissues leeg te snuiten.

'Elke dag een beetje afscheid nemen, te accepteren dat iemand zo verdwijnt, dat vond ik de hel. Haar dood valt me in vergelijking licht. De voorbereidingen voor de begrafenis hielpen ook. Dat ik weer foto's zag van hoe ze vroeger was. En ik besefte dat ik een heel lieve dochter voor haar ben geweest. Ze had veel leuke dingen in haar leven aan mij te danken.'

Is dat troostrijk?

'Ja. Maar misschien moet de man met de hamer nog komen. Ze is nog maar net dood, he'?.

Het spelen zo kort na het overlijden van haar moeder viel haar mee. 'De voorstelling is nu ook een soort ode aan haar geworden. Dat is wel louterend.' Tevreden: 'Misschien dat ik dan toch niet in therapie hoef.'

Aan het slot van het stuk zit een scène, waarvan we, zonder te veel weg te geven, wel kunnen constateren dat er een groot verdriet aan de oppervlakte komt. Bij de eerste repetities in maart 2020 ging Luca het werken aan die scène onbewust steeds een beetje uit de weg. 'Ja, dat schoof ik steeds voor me uit, omdat daar een hoop ellende naar boven komt. En toen kwam corona en was ik opgelucht: hoefde ik dát in elk geval niet te doen.'

Waar was u bang voor?

'Dat mensen het saai zouden vinden, natuurlijk. Heel mijn leven al heb ik de lach aan m'n kont hangen. Mensen die naar Loes Luca komen kijken, die willen lachen. En dit stuk is zo persoonlijk; als ze het niet mooi vinden, dan vinden ze dus mij niet leuk.'

Het hoeft niet met leuk, zegt uw tegenspeelster Kaatje Kooij in de voorstelling.

'En dan zeg ik: 'Maar dan is dit het, wat er overblijft?' En zij: 'Dat is toch genoeg?'

'Ik vind het wennen, maar ik wéét inmiddels dat het niet altijd lachen en luid en gedoe hoeft te zijn. Dat het ook met verdriet kan, en stil. Dat inzicht is nieuw. En dat heb ik echt te danken aan psycholoog Maria.'