fotografieElsZweerink
interview KRO-gids, mei 2010

“Ik ben een mama, wat stoer!”


In de voorstelling Smoeder vertelt scenarioschrijfster Maria Goos over de relatie die ze met haar moeder had. Naar mate ze ouder wordt, ziet ze dat ze steeds meer op haar gaat lijken. “Mijn moeder heeft het leven nooit als vanzelfsprekend ervaren.”

“Ik vind het zo moeilijk, dat koken,” verzucht Maria Goos. Het aanrecht in haar keuken ligt vol ingrediënten. Die avond komen vier mensen bij haar eten en ze wil een supermenu op tafel zetten. “Wat een gedoe is dat toch. Ik moet enorm mijn kop er bij houden, eigenlijk kan ik dit helemaal niet.”
Ze is te warrig om echt goed te koken, vindt ze zelf. Een eigenschap die ze erfde van haar moeder, zo zal ze later in het interview vertellen.
Over haar moeder schreef ze de voorstelling Smoeder. Samen met acteur Marcel Musters trok ze vier jaar door het land om in de theaters gestalte te geven aan hun eigen Brabantse moeders. Aanleiding om de voorstelling te maken was het overlijden van de moeder van Musters. “Hij beleefde haar sterven heel intens en maakte ons, zijn vrienden, deelgenoot van wat hij allemaal voelde.” vertelt ze. “Hij nam op een heel mooie, bewuste manier afscheid van haar. Dat vond ik bijzonder. In eerste instantie wilde ik alleen een toneelstuk over zijn moeder maken, maar naarmate we er verder over praatten leek het ons opeens heel aardig om twee Brabantse moeders in het stuk op te voeren. Zo kwam ik vanzelf bij mijn eigen moeder uit.”

Was dat niet eng, een theaterstuk maken over jouw eigen moeder en jouw relatie met haar? Dat is zo iets persoonlijks. “Nee, eigenlijk niet. Mijn moeder is al twintig jaar dood, dat scheelt.”
Roept plotseling uit: “Maar tegelijkertijd vind ik het zo jammer dat ze dit niet heeft meegemaakt! Als mijn moeder had geweten dat er ooit in haar leven een toneelstuk over haar zou zijn gemaakt, een theaterhit die ook nog op televisie werd uitgezonden… Naaaah, dat had ze gewoon niet kunnen bevatten.”
Maar had je de voorstelling überhaupt kunnen schrijven als je moeder nog had geleefd? Stellig: “Nee. Ik had dan niet alles durven benoemen, met name dat wat niet zo leuk was. Ik had bijvoorbeeld niet kunnen opschrijven dat zij er expres voor zorgde dat ik me versliep zodat ik te laat zou zijn voor de auditie van de toneelschool.”
Haar moeder hing erg aan haar dochter, legt Goos uit. “Ergens in haar leven heeft ze stiekem gehoopt dat ik zou mislukken, want dan was de kans groter dat ik bij haar in de buurt zou blijven. Als ze nog geleefd had, zou ik het te belastend voor haar vinden dat hardop te zeggen.”

Maria Goos was 28 toen haar moeder overleed, haar vader was al eerder gestorven. “Vanaf dat moment was ik dus wees. Meteen de dag na haar overlijden ben ik over mijn moeder gaan schrijven. Ik raakte zo in paniek van het idee dat alles voorbij was, dat het gezin waar ik uit kwam niet meer bestond, dat mijn ouderlijk huis werd leeggeruimd. Het zou allemaal weg zijn en juist daarom vond ik dat ik heel veel moest opschrijven. Dat heb ik een jaar lang gedaan.”
Dat schrijfjaar gaf haar veel inzicht in de relatie met haar moeder. Veel later echter, tijdens het maken van Smoeder, realiseerde Goos zich pas echt dat haar moeder zo graag wilde dat haar dochter bij haar in de buurt zou blijven, dat ze daarom niet altijd het beste voor haar wenste. “Ik ontdekte dat sommige dingen echt wat merkwaardig waren. Zo heb ik ooit een relatie gehad met een gescheiden, oudere man. Een raar, stout, ondeugend type van wie iedere moeder zou zeggen: “Maak het daar in godsnaam mee uit!”. Maar dat was de enige vriend die ik ooit heb gehad die mijn moeder wel oké vond. Nu vermoed ik dat ze hoopte dat het mis zou lopen met die man, waardoor ik mijn moeder weer nodig zou hebben.”
Dat is een buitengewoon heftige conclusie. “Ja, maar ik ben er nooit boos over geweest. Het was vast anders geweest als mijn moeder was blijven leven en ik op mijn veertigste had moeten concluderen dat ik er ingeluisd was, in Brabant was gebleven en een leven had geleid dat gebaseerd was op loyaliteit met mijn moeder. Maar zo is het niet gegaan.”
Durf je dan te zeggen dat jouw moeder voor jouzelf eigenlijk op tijd gestorven is?
“Het was veel te vroeg om wees te worden, ik heb er intens verdriet om gehad dat ik zelfs nog wel eens voel. Maar ik realiseer me ook dat ik door de dood van mijn moeder vrij ben. Al heel lang vrij om de weg te gaan die ik ben gegaan.”
Naar Amsterdam verhuizen, trouwen met acteur Peter Blok (“Die vond mijn moeder veel te ‘Boven de Moerdijks’ , te nuchter en te weinig Brabants”), een carrière uitbouwen als scenarioschrijfster, na de dood van haar moeder kon Goos dat in alle vrijheid doen.
Samen met Peter Blok kreeg ze twee dochters.
Wat voor moeder ben je zelf eigenlijk geworden? “Poeh…. Wat een moeilijke vraag… Ik weet dat niet zo goed. Ik geloof dat ik een vrij losse moeder ben. Ik ben niet heel erg bezorgd of streng. Maar verder heb ik geen flauw idee wat voor moeder ik ben. Weet je, als ik een briefje voor één van hen op tafel leg, onderteken ik dat doorgaans met ‘Mama’. En altijd als ik dat opschrijf denk ik even: ‘Huh? Mama? O ja, ik ben een mama. Wat stoer!’. Ik ervaar mezelf verder helemaal niet als moeder.”
Ze noemt zichzelf ook geen echte opvoeder. “Je kunt zo veel niet beïnvloeden. Mijn dochters komen graag thuis, dat is belangrijk. Maar mijn oudste dochter zat in haar puberteit niet zo lekker in haar vel en begint nu pas haar draai te vinden. Daar kun je niets aan doen. Ik ben daarom tamelijk bescheiden over de rol die je als ouder hebt.”

Naar mate ze ouder wordt, ziet ze in zichzelf steeds meer trekjes terug van haar eigen moeder. “De warrigheid! O dat heb ik ook zo erg. Ik begrijp dingen heel vaak verkeerd. Wij zitten niet erg strak in de pan, zal ik maar zeggen. Net als mijn moeder denk ik heel associatief. Al vrij snel in een gesprek gaan mijn gedachten met me op de loop. Laatst kwam ik iemand in het theater tegen met wie ik op school had gezeten. Hij vertelde dat hij agent was geworden, waarop ik meteen riep: “O politieman, dat vind ik een prachtberoep!”. Bleek ie theateragent te zijn. Dat soort dingen dus, die had mijn moeder ook voortdurend. Als er in een gesprek de mogelijkheid bestaat iets verkeerd te begrijpen, zullen wij het niet nalaten dat te doen.”
Maar Goos heeft ook veel positiefs van haar moeder overgenomen. “Mijn moeder kon zich zo heerlijk verbazen. Ze kon naïef zijn en dat vind ik een kwaliteit. Mijn moeder heeft het leven nooit als vanzelfsprekend ervaren. Alles was voor haar een wonder. Ik ben blij dat ik dat ook heb. Als ik in de herfst door een bos loop en in me opneem hoe alles er uit ziet, kan ik dat in opperste verwondering en verrukking doen.”
Wel geeft ze toe, dat het haar alleen maar lukt met deze blik naar de wereld te kijken als ze genoeg rust in haar hoofd heeft. Een tijd lang was dat het geval. “Nadat ik borstkanker kreeg en genas, heb ik drie jaar heel goed die rust kunnen bewaren. Helaas is het nu allemaal weer een beetje aan het ontsporen. Ik werk minder dan ooit, maar mijn dagen zijn helemaal gevuld. Zo’n etentje van vanavond, daar ben ik een dag mee bezig. Soms vragen mensen: “Waar heb je het dan zo druk mee?” Tja, met niks eigenlijk.”
En dat terwijl ze eigenlijk moet schrijven. “Ik doe al maanden niets en dat gaat me irriteren. Ik heb afspraken gemaakt over voorstellingen maar ik schuif het almaar voor me uit om te gaan schrijven. Het blijft een hel om er aan te beginnen. Het grote, lege niets waar je in moet springen. En dat terwijl ik zo gelukkig word van schrijven.”
In haar vensterbank staan twee gouden kalveren die ze met dat schrijven won. Zou haar moeder daar trots op zijn geweest? “Ja, zeker. En dat is waarom ik nog steeds wel eens verdrietig ben om de dood van mijn moeder. Het is zo jammer dat ze niet heeft gezien hoe fijn ik het heb met Peter, wat een leuke kinderen we hebben, wat een mooi werk ik doe. Het is pas goed met mij gegaan na haar dood. Dat blijf ik verdrietig vinden.”


→ Smoeder