fotografieElsZweerink
Dagboek
Tijdens het schrijven van Cloaca hield Maria Goos een dagboek bij. In het dagboek vind je een aantal voornamen, die verwijzen naar diverse personages of personen. Van Goppel, Joep, Pieter, Tom, Maarten en Laura zijn personages in Cloaca. De voornamen verwijzen naar Pierre Bokma, Gijs Scholten van Aschat, Peter Blok, Jaap Spijkers en Willem van de Sande Bakhuyzen; de acteurs en regisseur van Cloaca. Verder schrijft Maria over Ronald Klamer en Hans Croiset, de artistiek leiders van Het Toneel Speelt. Ze noemt Anton Smit van IDTV en verwijst naar haar vrienden van het CARAMBA team; Johan Timmers, Wivinike van Groningen, Wil van der Meer, Remco van Wely en Peter Blok. Peter Pluymen, Jan Willem Jurg, Bea van der Put en Kees B. zijn vrienden.
Het dagboekje ben ik gaan bijhouden om nu es zicht te krijgen op hoe een schrijfproces verloopt. Want, het zal wel met mijn comfortabele geheugen te maken hebben (met mensen waar ik ruzie mee heb, vergeet ik ook altijd de naam), als iets klaar is, en ik ben weer uitgerust dan herinner ik me het schrijfproces altijd als een feest en een makkie.

Tot Peter een keer riep: "Zo gaat het nooit, zoals jij je het herinnert! Je hebt met Familie weken vastgezeten en je kwam vaak wanhopig naar beneden".

Na heel veel ontkenning van mij begon er iets te dagen. God ja, hij heeft gelijk, dat was ik echt vergeten. Waarom doe ik dat? Waarom herinner ik me van een schrijfproces altijd alleen maar de momenten waarop het goed ging? Doe ik dat omdat het schrijven me zo dierbaar is? Of omdat schrijven het enige is wat ik kan? Of maakt het feit dat er uiteindelijk iets ligt waar ik tevreden over ben, gewoon alles goed?

Vrouwen vergeten ook de pijn van een bevalling als het kind er is. Anders zou elke vrouw maar één kind hebben en dat is toch aanwijsbaar niet waar. Vandaar dat ik het nu es bij wilde houden. Hoe gaat dat dan, dat schrijven? En met enige schroom heb ik op de dag van de eerste lezing m'n dagboekje aan Ronald gegeven. "Lees jij het 'es, is dit leuk voor de mensen die de tekst kopen of is het heel koket?"

Ronald vond het helemaal niet koket, andere lezers ook niet, ik nog steeds een beetje wel, dus ik heb een er paar dingen uit gehaald waarvan ik dacht: "Dat interesseert echt niemand". Het betreft dan overwegingen om bepaalde dingen wel of niet in het stuk te laten plaatsvinden. Daarbij verraden die overwegingen al wel erg veel van de plot.
Voor de volledigheid nu dan ook maar even wat vooraf ging:

Het is allemaal begonnen, een keer in het Amsterdamse theatercafé de Smoeshaan, toen de jongens bij elkaar zaten aan de grote tafel. Binnen een kwartier hadden ze allemaal rode hoofden en hingen ze alle vier naar elkaar toegebogen om het verhaal nog leuker te maken. Ik zat er naar te kijken en ik dacht: "Wat hebben die het samen toch vaak ontzettend leuk".

Het heeft ook wel iets uitsloverigs, zoals ze over elkaar heen troeven met anekdotes en woordgrappen en het schiet al snel in een soort absurdistische overdrijving die ze zelf buitengewoon grappig vinden en ik helemaal niet, maar om er naar te kijken is het geweldig.

Toen dacht ik natuurlijk: "Wat zou het leuk zijn om dit op het toneel te zien". En ik dacht: "Dat gaat niet. Ik kan nooit zoveel meligheid bij elkaar verzinnen en dat het dan nog leuk blijft ook". Toen dacht ik aan The Odd Couple, dat geweldige stuk van Neil Simon. "Ja", dacht ik, "een komedie!".


Koninginnedag 2001, een half jaar later

Lunch gehad met Ronald en de jongens. "Waar gaat het over?", vroeg Pierre. Ik zei: "Het wordt een komedie, één van de vier gaat op het einde waarschijnlijk dood".
"Lijkt me leuk", zei ie. En hij herhaalde voor Gijs, die binnenkwam: "Het wordt een komedie, één van de vier gaat op het einde waarschijnlijk dood".

Ik had geen zin om het allemaal uit te leggen, dat het toch wel erg om te lachen zou worden, maar ik realiseerde me wel, doordat hij herhaalde wat ik zei, dat het geen The Odd Couple zou worden. Natuurlijk toch weer in wezen heel treurig en ernstig want in m'n hoofd had het idee zich al ontwikkeld tot iets anders dan The Odd Couple.


Hoe dat nu precies zit, hoe dat werkt, dat weet ik niet, dat het altijd die mix heeft van heel erg en toch grappig. Maar die komedie 'pur sang', die gaat er nooit komen, dat is wel duidelijk.
Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder. Ze zijn een week geleden begonnen met repeteren. Als vierde jongen, niet van het Maastrichtse vriendenclubje maar wel heel erg leuk, is Jaap Spijkers erbij gekomen. "Het stuk is toch wel een stuk graniet", zei Willem.

De moeilijkheid die ik had ingebouwd; extreem lange monologen, was niet nodig geweest. Ik dacht: "Die jongens zijn zo goed, ik ga het lekker moeilijk voor ze maken". "Het is veel moeilijker dan we dachten", verzucht Peter. "Het lijkt realisme, maar dat is het niet", zegt Jaap bij het fietsenrek. (Jaap is onze overbuurman.)

Ik knik alsof ik dat altijd al heb geweten maar heb geen idee wat ze bedoelen. En ik ga me er niet mee bemoeien. Nu is het van hen. Ik zie het over vijf weken wel.

Zondag 9 december 2001

Blz. 18. Enorm zitten tobben met de hoeveelheid informatie die ik kwijt moest. Heel het verhaal van Van Goppel, stille introverte Groningse schilder gaat naar New York om afscheid te nemen van zijn geestelijk vader, Willem de Kooning, schildert alle plekken in N.Y. blauw en 'thank you' voor zijn atelier, heel dat verhaal eruit.


Joep op cruciaal moment laten binnenkomen. Die net als Pieter over de waarde van de schilderijen begint. Joep doorkruist het verhaal met boosheid op Conny die op Salsa zit en de kinderen een hond heeft gegeven. Veel van de huwelijksperikelen van … gebruikt. Mag van hem. Hoe nu verder?

Peter heeft het gelezen. Lachen. Heeft er zin in. Geeft me moed. Enorm chagrijnig en bezwaard gemoed van gisteren is weg. Hoe nu verder? De vierde moet geïntroduceerd. De regisseur. Waar de dochter van Joep stage loopt.

Hoe komt de vierde bij Pieter? En tot nu wel veel alleen maar problemen. Wanneer krijgen ze lol? Zoals vroeger?


11 december 2001

Blz. 20. Eindelijk veel tijd om me er op te concentreren. Tekst herschreven. Iets anders verteld. Zodat je in het begin nog niet precies weet hoe het nou zit als Pieter die telefoongesprekken heeft. Ergens gaat het goed en ergens ben ik er niet gerust op. Dat schilderijen-gemeente-verhaal, is dat interessant?

Kees B. gebeld hoe het nou ook alweer precies zat, met die BKR-kunst waar een kwart van verdwenen bleek te zijn toen ze de boel es gingen archiveren. Kees B. blijkt in een rekenkamertje in Nairobi te zitten. Merk je niets van aan de 06.


En de mannen? Zijn ze niet alleen maar vervelend? Nu figuur vier introduceren. Gewoon maar doorgaan. Eng. Heel veel steun van synoniemenboek. Vooral voor Joep. Maar ook Rad van Ixioon gevonden. Leuke verwarring. Zou inderdaad een spelletjesprogramma kunnen zijn. Maar het is een afschuwelijk wreed verhaal eigenlijk.

Blz 23. Maarten binnen. Nu maar snel afronden en naar leuk toe. Diepe angst en twijfel. Is dit wel wat?


12 december 2001

De 23ste bladzij herschreven op: het moeten meer vrienden zijn. Niet dat ze elkaar al een jaar niet gezien hebben. Dat maakt het te koud. Meer vrienden die elkaar verwaarloosd hebben! Nooit meer samen squashen; niet meer naar concerten.


En daaruit kwam gevoeligheid van Tom over dat niemand hem opgezocht heeft in die vier maanden gekkenhuis. Veel geschuif met teksten. Joep die zegt: "Ik had je peetoom willen maken".

De gekte (zelfhaat) is nu meer een concreet iets. Faillissement van een yup. Goed. Dit alles omdat ik steeds dacht: "Het is te afstandelijk!". Heeft zich vertaald in: de jongens waren t.o.v. elkaar te afstandelijk. Er is nu ook een link op het ministerie Joep-Tom.


13 december 2001

Hik een beetje aan tegen verder. Alles weer es bekeken. Begin monoloog van Joep herschreven. Meer beeldend. Muizen in de gangkast, teiltje in de keuken. Dat je denkt: "Leuk gezin!".

Iets pijnlijker gemaakt dat niemand Tom heeft bezocht toen ie gek was. Joep is nu vice-fractievoorzitter na gesprek met JWJ die van politieke wanten weet.


18 december 2001

Gisteren totaal ongeïnspireerd de entree van Maarten doorgeschreven tot 29. Want volgens eigen principe: door! Vond er niks aan, maar er stond wat. Vandaag vanaf entree Maarten herschreven tot einde scene (blz. 32).


Joep erg boos over dochter Laura die bloot moet en van daaruit agressie tegen de voorstellingen van Maarten, gesteund door Tom en Pieter. Nu heeft Tom een plan bedacht om Joep zijn verjaardag te vieren.


Met Judith van Gijs gebeld. Via haar na Oud en Nieuw afspraak met conservator van het Stedelijk gemaakt.


20 december 2001

Gelukkig kwam Peter P. logeren. Klopt mijn verhaal over kunst en gemeente? Lang gewandeld samen, rondje Marken. Ik denk dat ik goed zit.


Die Maarten wordt toch wel erg leuk. Rare jongen. Kwetsbaar en ook een lul. Heeft het meest karakter van allemaal misschien wel.


21 december 2001

De boel in nuances nog es een keer bijgeschaafd. De 32 blz. aan JWJ gemaild. Zijn reactie was toch erg hoopgevend. Misschien is het toch wel wat. Nu naar het nieuwe gedeelte: de vrouw.


Waar gaat het over? Liefdeloosheid, egoïsme, immoreel gedrag, ambitie. Vandaag mooi stukje erin geschreven over dat ze bij Joep op bezoek gingen en dat Laura toen een week oud was.


Iets van dat Joep toen echt heel erg gelukkig was. En nu dan echt aangekomen bij deel twee: de vrouw.


Gisteravond onheilgevoelens, want in de tussenliggende dagen (zéér drukke dagen) niet aan het stuk gedacht. Is het wel ingedaald? Ben ik er wel echt mee verbonden? Slecht zal het niet worden, maar goed?

Vandaag weer begonnen. Laatste stuk voor deel twee herschreven zodat Tom duidelijker op een idioot idee komt voor Joeps verjaardag. Begin van twee geschreven. Niet slecht.


Zat zeer gespannen naar elk geluid uit de werkkamer te luisteren, want Peter heeft het weer gelezen; mooi geluid, zeker drie keer een enorme lach en een paar keer een grinnikje. Ik kan weer door.


8 januari 2002

De tijd begint mee te tellen. Ben op 44. Haal ik 1 februari? Las alles terug. Was er flink tevreden over. Zit nu vast op 45. Vrouw is geweest. Alle jongens weer binnen. En nu?


Gisteren het verhaal geschreven dat Joep aan de vrouw vertelt over bevalling. Moest er zelf flink bij huilen. Zie dat als een goed teken. Met Bea gebeld voor de details van de bevalling. Mooi verhaal over waarom mannen foto's maken tijdens een bevalling.


9 januari 2002

Gisteren, vlak voor ik insliep, dacht ik: de vrouw moet zich er nog mee bemoeien. En gisteren vertelde ik aan Peter op welk punt ik vastzat en al pratend kwam ik erachter dat het een nare ruzie moet worden, op dit punt. Heb in anderhalf uur doorgeschreven naar 49. Nu is de de ruzie geweest. En nu? En - grote zorg: wordt het niet te kort? Pieter moet dood, denk ik.


10 januari 2002

Ineens tot 58 geschreven. Vanochtend om half negen in bed. Het is weer totaal anders dan andere keren. De laatste dagen weet ik in korte sprinten van anderhalf uur enorm veel bladzijden te produceren. En als het dan stopt, dan stopt 't ook. Dan komt er niets meer en nauwelijks een idee hoe het verder moet.

De klik om vandaag door te gaan was: er moet nu iets moois zachts tussen die jongens gebeuren. Dat je ziet dat het echt wel vrienden zijn en ook ergens wel leuke mannen. Vandaar dat Joep bij Tom op schoot ligt en hij vraagt: "Ben ik een nare man?".


Toen herinnerde ik me ineens het idee dat Pieter al wat schilderijen verkocht zou moeten hebben. Dat geeft een onverwachte draai aan het geheel. En ik dacht: "Maarten moet spijt hebben van zijn gedrag en het uitleggen". Maar dat werd zo nadrukkelijk een dramaturgische coming out dat ik daar niemand op laat reageren, terwijl het toch over impotentie gaat. Hoe nu verder?


En hier houdt het verslag op want ineens binnen drie, vier dagen was 't klaar. Twee uur schrijven per dag, zonder haperingen en dan ineens alles op. Niet weten hoe verder en dan de volgende dag het ineens weten. Dit was net als Nu Even Niet trouwens, een heel voortvarend en vrij moeiteloos project, tot op heden.


Maar toch wel met veel meer onzekerheid dan ik me zonder deze aantekeningen zou herinneren. Fijn houvast voor de volgende keer. Ronald heeft het gelezen. Is het te cynisch, is nu de vraag.

Reacties zijn tot nu toe erg veelbelovend: Hans, Gijs, Willem, Peter. Van Pierre en Jaap hoor ik niets. Jaap is erg druk met filmen, is in buitenland, geloof ik. Peter P. heeft het heel precies gelezen en daardoor heb ik er wat onvolkomenheden uit kunnen halen.

Ben een beetje in de war. Precies, lijkt me, zoals na een waanzinnig snelle bevalling met weeënstorm. Ineens is het er. Ook al kraamtranen gehad. Alles is goed, het kind gezond en toch huilen.

Verheug me enorm op dat ze hier aan gaan werken. Wat een feest om dit door deze jongens terug te zien.

Met Jaap naar Stedelijk geweest. Heel erg leuk. Hij kijkt heel anders dan ik. Weet er veel meer van. Is gelukkig enthousiast over stuk.

Caramba-avond bij Johan T. thuis gehad. Toch weer gespannen. Heel erg veel lachen! Erg goed zeiden ze: "Hard. Veel plot". Heel precies, met z'n allen door het stuk gegaan. Einde te onverwacht? (Wiv en ook JWJ)

Taalgebruik van Maarten specifieker gemaakt door opmerking van Johan.

Anton laten lezen: goed voor telefilm? Tom te onuitgewerkt?

Gekkenhuis mededeling aangepast. Ging te casual voorbij (Johan en Wil).

"Je moet es in de publiciteit duidelijk maken dat jij dat niet bent, die stukken, iedereen denkt maar dat alles bij jou persoonlijk is." (JWJ)

Paar catalogusteksten eruit gehaald. JW vond het teveel.


10 februari 2002

Wat is er toch? Cloaca af. Blij mee. En zo leeg en zinloos en ongelukkig.

Na eerste lezing einde veranderd. Gijs zei: "Je wilt het zien, je moet Pieter zien, op het einde". Had daar een beetje tegenaan zitten hikken, dus maar weggelaten, maar hij heeft gelijk.

Midden op straat ineens Anton S. gebeld. "Anton, ik ben aan het oogsten. Nu Even Niet ging heel makkelijk, de bioscoopfilm ging heel makkelijk, Cloaca ook. Schrijven gaat steeds beter eigenlijk, maar het gat daarna wordt steeds groter. Ik moet meer onder de mensen, Anton, ik moet af en toe es zelf iets regisseren want het idee van weer in m'n eentje de kraamkamer in voor een paar maanden, dat trek ik niet."
Met heel erg veel dank aan: Het Toneel Speelt, mijn vrienden Jan Willem Jurg en Peter Pluymen, aan de adviseurs Jan van Adrichem, Bea van der Put en aan de kritische lezers van het Caramba-team: Wivineke van Groningen, Remco van Wely, Johan Timmers, Wil van der Meer en Peter Blok.